Maart 1739 liep Zierikzee uit voor de terechtstelling van Barendina Hermanse.

De 32-jarige vrouw van de smid was door het college van baljuw en schepenen schuldig bevonden aan de brand, die de molen en het huis van Jan Voordewind vernietigde. Niet alleen kwam de molenaar om in de vuurzee, de brand vormde een groot gevaar voor de huizen in de omgeving. Dus moest Barendina haar daad bekopen met de dood door ophanging; een
bezienswaardigheid indertijd waar veel volk op af kwam.

Wat heeft Barendina tot deze daad gedreven? Heeft ze het eigenlijk wel gedaan? Of waren het de martelingen door de schout en zijn mannen die haar uiteindelijk tot een bekentenis dwongen?

Op de vooravond van haar executie neemt Barendina in het Gravensteen de dochter van de cipier in vertrouwen en bereidt ze zich voor op haar galgenmaal. Hoe is het zo ver gekomen, dat zij in het gevang is beland?

Werd die kiem gezaaid in haar tijd in het arme kindhuis, waar Barendina na de dood van haar moeder door haar vader werd achtergelaten? Welke invloed had de streng gelovige gemeenschap op Barendina, toen ze ontdekte dat ze zwanger was? Ongehuwd want de vader van haar kind ontkende zijn betrokkenheid en wees haar ijskoud af.

En wat speelde zich af bij de stadsmolen, voordat de brand ontstond?

De Eerste Steen, een gedramatiseerd verhaal over het leven van Barendina Hermanse, gebaseerd op waargebeurde feiten. Een toneelstuk in drie bedrijven, waarin het publiek wordt meegenomen naar bijzondere locaties, die een belangrijke rol spelen in het leven van
deze vrouw.

Een koelbloedige moordenares of wellicht gewoon een arme ziel?